Stille revolutie

Soms is het goed om ergens weg te gaan en er veel later weer terug te keren. Pas dan heb je oog voor de verschillen. Verschillen waar je misschien nooit van had kunnen dromen. Neem de landbouw. Zeven jaar schreef ik erover als beginnend wetenschapsjournalist bij het Wagenings Universiteitsblad, het huidige Resource. Over de chemische bestrijdingsmiddelen, mestmoerassen, genetische manipulaties – uh modificaties – van planten en dieren zoals herbicideresistente gewassen en stier Herman. Aanvankelijk interessante materie. Maar uiteindelijk was ik blij dat ik deze dossiers achter me kon laten toen ik naar Amsterdam vertrok. Nederland komt hierin nooit een stap verder, dacht ik. De discussies komen telkens op hetzelfde uit.

 

Begin dit jaar startte ik met het redigeren van biocahiers bij de Stichting Biowetenschappen en Maatschappij. Boekjes waarin wetenschappers leken informeren over hun vakgebied. Ik mocht het onderwerp ‘Plantgezondheid’ doen. ‘Oeps, terug naar de chemische bestrijdingsmiddelen’, dacht ik even. Maar het valt me reuze mee. Sterker nog. Ik ben blij verrast. Het meest verheugd ben ik over het voornemen van het landbouwministerie – geheel aan mij voorbijgegaan – om in 2030 met chemische bestrijding te stoppen. En dat terwijl Nederland grootgebruiker is. Wat een revolutie! Een stille revolutie volgens mij, wie weet dit? 

 

Het voornemen geeft een enorme impuls aan het landbouwonderzoek. Alle wetenschappelijke energie wordt nu ingezet op alternatieven. Biologische bestrijding in kassen en het veld, mengteelt, strokenteelt, precisielandbouw met drones en robots, plantenveredeling, genetische modificatie en het versterken van het ‘microbioom’ van de plant, de miljoenen bacteriën en schimmels rond de wortels die de plant kunnen helpen bij de verdediging tegen belagers. Wat breekt er een interessante tijd aan. Ik hoop van ganser harte dat deze stille revolutie slaagt. Dan zijn die discussies toch nog ergens goed voor geweest.